Presentatie: Guy Van Looy.
Multimedia voordracht op dinsdag 25 april om 20u. op de tweede verdieping van Den Bengel, Grote Markt, Antwerpen.
‘I know Harlem can’t be heaven, because New York is here right down on earth’. Dat zong RCA-blueszanger en componist Doctor Peter Clayton in 1946 over de charmes van die biotoop. Deze stad had van nature iets optimistisch en zwierigs dat uitvergroot werd door lichtreclames en de wolkenkrabbers van Broadway. Harlem en het Apollo theater hadden in die jaren een grote affiniteit met jazz en rhythm&blues. De Caraïbische eilanden, vooral Cuba en Puerto Rico, met het spaansgetinte Harlem als spirituele bron, kenden een grote affiniteit met de rhythm&blues, doo-wop en jazz uit die jaren. Sonny Terry, Brownie McGhee en ‘Champion’ Jack Dupree traden toen op in de clubs op Lennox Avenue. De rurale blues van het zuiden werd als het ware opgezogen door de urban blues van New York. Veel oudere bluesmuzikanten, van de Carolinas, kwamen naar The Big Apple en kregen opnamekansen in de fantastische Bell Studio’s van platenproducer Herman ’Hy’ Weiss, bij Bob Shadd zijn Jax en Harlem labels en bij Flair en Enjoy van producer Bobby Robinson bijvoorbeeld. De gitaristen McHouston ‘Mickey’ Baker, Larry Dale, Joe ’Riff’ Ruffin, René Hall, ‘Cousin’ Leroy Rozier en het orkest van Leroy Kirkland kenden toen muzikaal vruchtbare jaren en bepaalden mee de ‘sound’ van het bruisende New York. Platenlabels zoals Atlantic, Old Town, Herald, Ember en Groove openden de deuren van hun opnamestudio’s voor ongekend talent. De renaissance van het toenmalige Harlem, The Bronx en Brooklyn worden vanavond onze muzikale focus; boeiende locaties die door de tand des tijds werden gesloopt!